“Ooh, Apeldoorn ist nicht Ihrer Nachname???“

22 juni 2014 - Wenen, Oostenrijk

Grüß Gott meine Herrschafte!

Deze week was de week van mijn eigen persoonlijke eredivisie, namelijk de gevreesde ÖSD-toets…

De week begon met een bezoek aan het planetarium. Vorige week was dan wel mijn laatste stagedag, maar ik wilde graag tot het einde blijven en mocht vorige en komende week nog mee met een paar supertolle excursies. Nou, het planetarium dus! We gingen met de hele school ( ongeveer 185 leerlingen) lopend van school naar het planetarium… NOU!!! Als je mij in paniek wilt hebben, moet je mij vooral met 185 kids over straat laten gaan…!!! Mijn WB en een collega liepen voorop, daarachter liep hun klas (de 3e klas dus) en daarna kwam ik. Klinkt op zich als goed georganiseerd, maar mijn probleem was dat er juist bij mij enorme gaten tussen de leerlingen ontstonden, waardoor de groep geen vorm van eenheid meer was. Op een gegeven moment moesten we de straat oversteken en de ene helft van de groep marcheerde netjes achter mijn WB aan, maar de andere helft liep daar 20 meter achter met mij er achteraan en daarachter weer een gat van 20 meter. En maar treuzelen! (en de voorhoede maar lopen, ook nog zoiets!) Uit ervaring weet ik ondertussen dat deze leerlingen niet echt uitkijken. Ik heb dan ook mijn hart vastgehouden toen ze gezellig zonder zorgen (als een soort van Spongbob Squarepants op kwallenvisjacht) de weg overstaken…  Gelukkig is alles goed gegaan en hebben we de reis overleefd… Pfoehh.

Eenmaal in het planetarium, toen iedereen een plekje had gevonden, kon het spektakel beginnen! Het planetarium is een ronde ruimte met een grote koepel als dak en onderuit-zak-stoelen rondom een grote beamer. Je ligt dus letterlijk in je stoel en kijkt naar de koepel waarop de mooiste ruimtebeelden geprojecteerd worden. Als je in dit thema geïnteresseerd bent (of niet) is het zeker een aanrader om te gaan kijken.  

Aan het eind van de voorstelling stond iedere klas bij zijn klassenleraar en kwam er een meisje bij mijn WB om haar te vertellen dat ze er niets van begrepen had. Ik lag op dat moment helemaal dubbel omdat ikzelf het ook totaal niet begrepen had. Er werd de hele tijd vakjargon gebruikt waarvan ik niet wist wat het was. Weet ik veel wat een ‘externe Rotationsplatte’ is? (volgens mij bestaat dat ook niet, maar goed). Zodra ik dan ongeveer snapte waar het omging was het volgende thema al weer bezig… ja, zo kom je er wel! Maar ik was dus niet de enige, mijn 10 jarige leerling begreep het ook niet, hihi!

Daarna gingen we naar een speeltuin en mochten de leerlingen daar nog spelen. Ergens vind ik dat heel erg leuk! Met 15 jarige VWO’ers doe je zoiets tenslotte niet (hoop ik) en met deze leerlingen kan het nog net.

Na mijn buitenaardse excursie ben ik naar de PH doorgereisd om twee portfolio’s in te leveren. Ik dacht binnen vijf minuten weer weg te zijn, maar één van mijn docenten vond het blijkbaar tijd voor een theekransje en ik moest op een stoel plaatsnemen voor een kletspraatje. Ik houd wel van spontane kletspraatjes en vond het dan ook best gezellig. Mijn docente zei zelfs tegen mij dat ik, als ik echt terugga naar Wenen, contact met haar moet opnemen omdat ze veel connecties heeft met schooldirecteuren en mij heel graag wilde helpen bij het vinden van een baan. Top toch?

Op dinsdag was de generale repetitie oftewel: ‘ÖSD-oefen-dag.’ Ik heb alle onderdelen van de toets nog een laatste keer gedaan en doorgenomen en ook alle delen gehaald. Het gekke was echter wel dat luisteren de hele tijd heel goed ging, maar op dinsdag niet. Ik vreesde hem dus ook wel een beetje voor de echte toets.

Op woensdag was het dan zover. Met klamme handjes ging ik naar het toetscentrum om daar te te kijken of al die jaren van naamvalmartelingen, Umlautproblemen, falsche Freunde en andere taalkundige rampenplannen (Haha, nee hoor! Lees: alle moeite die ik met plezier gedaan heb) hebben geleid tot wetenschappelijk Duits op moedertaalniveau.

Het begon al met zo’n typisch Astrid-probleem (echt zoiets dat niemand anders kan gebeuren) en wel dat ik niet op de lijst stond. Correctie: ik stond wel normaal met naam en toenaam op de lijst, maar de examinator dacht uit mijn ID-kaart op te maken dat mijn achternaam ‘Apeldoorn’ was. Aangezien ik volgens mij toch echt in Apeldoorn geboren ben en dus NIET zo heet, stond ik niet als ‘Astrid Apeldoorn’ op de lijst, nee, goed gezien. Na een kort gehakketak snapte hij het eindelijk en mocht ik de toets maken.

Het begon met lezen. 90 minuten lezen. Ik moet zeggen dat het heel goed ging. Ik had na 70 minuten alles ingevuld en nagekeken en had eigenlijk geen grote twijfels. Het voordeel is natuurlijk dat ik weet hoe een meerkeuzevraag wordt gemaakt en daarmee heb ik natuurlijk wel een voorsprongetje. Uiteindelijk komt echter wel aan op leesvaardigheid en ik hoop maar dat die van mij goed genoeg is en ik het leesdeel dus met goed gevolg gemaakt heb.

Na lezen kwam luisteren. Luisteren was het onderdeel waar ik wel serieus voor vreesde. Vooral omdat het zo snel gaat en je maar één kans krijgt om het goed te verstaan. Ik weet dan ook niet hoe het is gegaan. Als ik de toets niet heb gehaald, is het bij luisteren misgegaan.

Schrijven ging volgens mij wel goed. Ik moest in 75 minuten twee teksten schrijven en dat is best veel in weinig tijd. Ik heb dan ook snel geschreven en weet ook hier niet precies hoe het is gegaan.

Spreken ging heel goed, maar spreken is al vanaf het begin de vaardigheid waar ik het beste mee uit de voeten kan. Ik moest twee gesprekken voeren, waarvan één telefoongesprek en een presentatie geven over mijn zogenaamde meubelbedrijf. Hier heb ik mezelf maar gewoon doorheen gebluft door net te doen alsof ik verstand had van “mijn open stoel die voor communicatieve doeleinden uitermate geschikt was en door het ecologische hout ook nog een lange levensduur had” Hihi! Je moet toch wat!

Binnen drie weken hoor ik of ik de toets gehaald heb of niet. Ikzelf weet het niet, maar probeer op mijn kennis en vaardigheden te vertrouwen. Op zich zou het moeten kunnen.

Dondedag was een nationale feestdag: Frohleichnam. Ik weet niet goed wat er nou gevierd werd en heb er weinig van meegekregen.

Op vrijdag zou ik met een docente Duits op een gymnasium meelopen. Ik had er helemaal zin in en ging vol goede moed naar de school toe. Keurig op tijd kom ik daar binnen wandelen: is de hele school leeg. Geen leerlingen, geen docenten, geen conciërge, niemand. Ik had een beetje rondgelopen en dacht dat ik, als de bel ging, vanzelf wel mensen tegen zou komen. Nou, die bel ging inderdaad maar enig teken van menselijk leven bleef uit… ja en wat doe je dan?

Na enig research op de PH kwam ik erachter dat het vrijdag een landelijke vrije dag was door de feestdag op donderdag: Een ‘brugdag.’ Leuk dat ik dat ook even weet, jongens!

Na thuiskomst heb ik de docente maar gebeld en zij zei dat ze mij die week daarvoor al had verwacht, maar dat ik daar niets aan kon doen en dat ik tenslotte geen moedertaler ben. Kan gebeuren. Er was dus sprake van een (vrij domme) miscommunicatie. Ik vind het wel storend dat het er direct op gegooid wordt dat ik het niet goed begrepen heb. Ik ben namelijk van mening dat zij niet duidelijk genoeg heeft gezegd wat ze bedoelde (Ze zei toen dat ze ‘volgende’ week examens had en noemde geen data, waardoor ik dacht dat ze het over die daarop volgende week had) en dat dit misverstand er ook was geweest als ze het in het Nederlands had gezegd. (Zo, dat is eruit.) Maargoed, nu hebben we dinsdag afgesproken om gewoon te praten, want dan heeft ze geen lessen meer. Het lijkt me ondanks dat toch wel leerzaam en ik heb nog wel wat vragen op mijn lijst staan!

In het weekend heb ik niet veel speciaals gedaan. Ik moest nog één portfolio maken en daar heb ik aangewerkt. Saaiheid.

Morgen, maandag, ga ik zwemmen met de leerlingen!

Danke fürs Lesen und genießt eure Woche!

Alles Gute

Astrid

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade